Het “Ik bemin U” van de ziel in de Goddelijke Wil

In mijn gebruikelijk toestand liet de gezegende Jezus Zich binnen in mij zien, maar zo verenigd met mij dat ik Zijn ogen in de mijne zag, Zijn mond in de mijne, en zo voor mijn hele lichaam. En terwijl ik Hem zo zag, zei Hij me: “Mijn dochter, kijk hoe Ik Me verenig met je en Mezelf tot één enkel iets maak met de ziel die Mijn Wil doet, Ik maak Mezelf tot haar eigen leven,[1] omdat Mijn Wil binnen en buiten haar is. Je zou kunnen zeggen dat het is als de lucht die ze inademt die alles in haar leven geeft. Het is als licht dat alles zichtbaar en begrijpelijk maakt. Het is warmte die opwarmt, dingen vruchtbaar maakt en doet groeien; Het is het hart dat klopt, handen die werken, voeten die lopen. En wanneer de menselijke wil zich verenigt met Mijn Wil, wordt Mijn leven gevormd in de ziel.”

Toen ik nadien de Communie had ontvangen, zei ik tegen Jezus: “Ik heb U lief” en Hij zei me: “Mijn dochter, wil je me echt liefhebben?” Zeg dan: “Jezus, ik heb U lief met Uw Wil” En omdat Mijn Wil Hemel en aarde vult, zal je liefde me overal omgeven en je “Ik heb U lief” zal hoog in de Hemelen weerkaatsen en in de diepten van de afgronden en dus, als je wilt zeggen: “Ik aanbid U, ik zegen U, ik prijs U, ik dank U,” dan zul je dat verenigd met Mijn Wil zeggen; en je zult de Hemelen en de aarde vullen met acten van aanbidding, zegening, lofprijzing en dankzegging in Mijn Wil. Dit zijn eenvoudige dingen, gemakkelijk en onmetelijk.

Mijn Wil is alles, zoals Mijn eigen kwaliteiten. En wat zijn zij? Gewoon een act van mijn Wil. Dus als rechtvaardigheid, goedheid, wijsheid, sterkte in actie komen gaat Mijn Wil hen vooraf, vergezelt hen en stelt hen in staat te handelen. Kortom, zij verwijderen zich geen centimeter van Mijn Wil. Wie daarom Mijn Wil neemt, neemt alles. Nog sterker, je kunt zeggen dat haar leven beëindigd wordt, samen met haar zwakheid, beproevingen, begeerten en ellenden, omdat alle dingen hun rechten verliezen voor wie Mijn Wil doet, omdat Mijn Wil voorrang heeft boven alles en recht heeft op alles.”


[1] * Joannes van het Kruis : “ Bestijging van de berg Carmel Boek III ”
Om te komen tot de vereniging met God is het hele werk hierin gelegen dat de wil gezuiverd wordt van zijn genegenheden en verlangens. Zo immers zal hij van een menselijke en aardse wil goddelijk worden, één geworden als hij dan is met de Wil van God. “Peers”-Engelse editie zegt - voetnoot 9, Johannes gebruikt zelfs sterkere taal, hij zegt  “one same thing”.